Mijn vader wilde per se dat ik rechten ging studeren. We keken in de vroege jaren '60 samen naar een bekende Amerikaanse TV-serie, The Defenders. Twee advocaten, vader en zoon, slagen er dankzij hun briljante pleidooien telkens opnieuw in om vrijspraak te krijgen voor een verdachte. Ik hoefde alleen nog maar jurist te worden aan de kersverse Hogeschool van Tilburg en dan kon ik, uiteraard met zijn steun, onze helden gaan imiteren. Maar het waren de roemruchte jaren '60 en ik had een heel andere optie in mijn hoofd. Ik wilde filosofie gaan studeren.
Als middelbare scholier van 16 las ik Russells Why I am not a Christian. Dat boek legitimeerde mijn jeugdige geloofsafval. Ik las ook een boekje van Banning over het marxisme, waarom het van belang is om te wereld niet alleen maar te interpreteren maar die ook te veranderen. Ga ik doen, dacht ik. En tenslotte las ik een onbegrijpelijk boek over Wittgenstein, waarin stond dat hij niet alleen de filosofie radicaal veranderd had maar ook tuinier geweest was. Als het niet meteen lukte met de filosofie, kon ik altijd nog gaan tuinieren en dan, wie weet...
Nieuwsbrief Waardenwerk Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Waardenwerk Digitaal en blijf op de hoogte!