Dier-ethische vragen rond landbouwhuisdieren

Dier-ethische vragen rond landbouwhuisdieren

Productgroep Waardenwerk 2015-6263
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

In 2014 werden in Nederland voor de menselijke consumptie grofweg vier miljoen runderen, twaalf miljoen varkens, honderd drie miljoen kippen, en iets meer dan een miljoen geiten en schapen gehouden.1 Dit betekent dat er per hoofd van de bevolking 6 a 7 landbouwhuisdieren woonden. Het houden van dieren, zeker op deze grote schaal, roept morele vragen op: mogen wij dieren hun vrijheid ontnemen en mogen wij dieren doden? Welke dieren mogen wij houden? Maar ook de omgang met dieren in de houderij roept vragen op: hoe zouden we dierenwelzijn kunnen en moeten waarborgen? Wat bedoelen we eigenlijk met dierenwelzijn? Mogen we dieren veranderen door middel van fokprogramma's en mogen we hen zogezegd aanpassen aan de houderij omstandigheden? Deze vragen tezamen beslaan een groot deel van de discussies die zich afspelen binnen de dier-ethiek. Omdat een behandeling van al deze vragen makkelijk een aantal boekwerken in beslag kan nemen, beperk ik me in dit korte artikel tot twee van deze discussies: die over morele status van dieren en die over het doden van dieren voor consumptie. Mijn doel is om een inkijkje te geven in deze discussies. Hoe denken dier-ethici over deze twee vragen? Waarover bestaat een redelijke mate van consensus en waarover bestaat onenigheid?