Het werk van de geestelijk verzorger vindt plaats in een intieme sfeer. In de een-op-een-gesprekken met de cliënt wordt er aandachtig geluisterd, er is fysieke nabijheid, cliënt en geestelijk verzorger kijken elkaar langdurig aan, emoties spelen niet zelden een rol. Het zou niet verwonderlijk zijn als, zowel aan de kant van de geestelijk verzorger als aan de kant van de cliënt, de intieme context van de gesprekken gevoelens van seksuele aantrekking zou oproepen. Hoe kan de aanwezigheid van deze seksualiteit geduid worden, en hoe kan er mee omgegaan worden? Hoewel in het onderzoek naar en theorievorming over geestelijke verzorging het thema seksualiteit nauwelijks geconceptualiseerd is, is het aannemelijk dat seksualiteit een rol speelt in de relatie tussen geestelijk verzorger en cliënt. Om een beeld te krijgen kunnen we een kleine stap opzij doen naar een aanverwante discipline, psychotherapie, waar we zien dat 73% van de therapeuten wel eens te maken heeft gehad met een client die aangaf zich aangetrokken te voelen tot de therapeut (Pope en Tabachnick, 1994). 77,9% tot 88% van de therapeuten stelt zich wel eens aangetrokken te hebben gevoeld tot een cliënt (Giovalozias & Davis, 2001; Pope, Keith-Spiegel & Tabachnick, 1986; Rodolfa et al., 1994).
Nieuwsbrief Waardenwerk Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Waardenwerk Digitaal en blijf op de hoogte!