Mijn Bourdieu

Mijn Bourdieu

Productgroep Waardenwerk 2016-65
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Mijn kennismaking

Als theoloog verdiepte ik me tijdens mijn studie in de klassieke filosofie en studeerde af op Hegel, de kritische theorie en kritische theologie. Mijn gedachtegoed was doordrenkt van tegenstellingen, tussen systeemwereld en leefwereld, rechts en links, arbeiders en kapitalisten, gevoed door de hoop dat dialectiek en dialoog (Buber) de mensheid voort zouden drijven naar een betere wereld. Hoewel ik de kritische theorie en kritische theologie als omkering van het oude denken en doen zag, was ik tegelijk kind van mijn tijd dat nog geloofde in grote verhalen en een doorgaande ontwikkeling op weg naar het paradijs, weliswaar nu op aarde maar wenkend achter de horizon.
Toen ik in de negentiger jaren vooral leidinggevende werd, besloot ik naast mijn werk te gaan promoveren om zo mijn geest ook wat scherp te houden op wat we nu wel trage vragen noemen. Ik wilde de tijd nemen om langduriger aan een thema en met een theorie te werken. Mijn tien jaar lange ervaring als hoofdredacteur van het semiwetenschap-pelijk tijdschrift Jeugd en samenleving had weliswaar geleid tot een heel oeuvre aan artikelen en boeken maar allemaal op het wat lichte en snelle niveau waar wetenschap en praktijk met elkaar verbonden werden. Toen ik aan mijn proefschrift over de verschuiving in het denken over jeugd begon en weer in mijn oude studieboeken dook vond ik ze niet meer van deze tijd. Het kritische interpretatiekader voelde als te dwingend, het denken in tegenstellingen en de schuld zoeken in systemen, kapitaal, individualisme, economisch denken te simpel en voorspelbaar. Zo kwam ik terecht bij Lévi-Strauss , Bourdieu en Durk-heim. Ik raakte gefascineerd hoe we mensen in categorieën verdeelden en hoe dwingend deze categorisering werkte. Maar er was toch ook ruimte om deze categorisaties te doorbreken zoals bij gender, seksuele voorkeur, klasse en beperking. Het was de tijd van doelgroep denken en emancipatiebewegingen. De macht van de constructie en de mogelijkheid van deconstructie gingen het discours meer beïnvloeden. Het mooie van de 'Franse School' voor mij was dat zij zich intensief bezig hielden met categorisering maar niet de verklaring zochten in haarscherpe dichotomieën maar veelmeer in complexe processen waar structuur, cultuur, individu en groep voortdurend op elkaar inspelen. Er was herkenning en erkenning van de kracht van structuren en systemen maar ook interesse en inzicht in de cultuur als het taal en vorm geven in ons samenleven. Het individu was niet alleen 'slachtoffer' maar ook actor of 'agens'.