2015
Het rapport: 'De grenzen aan de groei' van de Club van Rome dat in 1972 is verschenen, heeft sindsdien nog niets van zijn relevantie verloren. Integendeel: klimaatverandering komt met haar ecologische en sociale gevolgen merkbaar steeds dichterbij; de eindigheid van fossiele bronnen is niet langer een abstractie; soorten sterven in ras tempo uit; afgelopen decennia zijn in tal van landen ecologische bewegingen en partijen opgekomen - de mensheid lijkt langzamerhand te beseffen dat actie hoog nodig is. Ondanks dit alles is wereldwijd tot dusver nog veel te weinig gedaan.
A model of psychological well-being is described. It was built on the convergence of numerous conceptual formulations as well as ties to distant philosophical perspectives. The six components of well-being that constitute the model are defined. Together, they reflect ideals of optimal functioning that are also present in humanistic formulations. Empirical findings about how well-being changes with aging are then reviewed. While vulnerabilities are evident in certain areas (purpose in life, personal growth), some individuals show resilience in these domains. Importantly, this capacity to remain purposefully engaged bodes well for multiple indicators of health. How well-being varies depending on educational status is also reviewed, with emphasis on psychological costs associated with underprivileged lives. But again, some educationally disadvantaged individuals are resilient (i.e., have high well-being), and this profile is accompanied by benefits for health. The final section examines two promising future directions in well-being research: probing the neuroscience of reported well-being (i.e., what brain mechanisms are involved) and initiating efforts to improve well-being (i.e., intervention work being conducted in clinical contexts, schools, and community settings).
Manifestos abound; critiques on manifestos as well. Manifestos against poverty and in favor of the good society are often called utopian and idealist. A manifesto on poverty turns easily into the poverty of a manifesto. But writing a manifesto and bringing down one is an ambivalent affair, as can be seen in the case of Karl Marx, one of its fierce critics who has nevertheless written one of the most influential manifestos. Let's hope that this manifesto will get the same reception, because it includes interesting ideas and some proposals.
Korte samenvatting: De kerngedachte van de mensenrechten is dat zij voorwaarden en waarborgen op het politieke en sociale vlak formuleren voor de zelfuitoefening en -ontplooiing van de deelnemers aan het samenleven. Zij kunnen als grondprincipes van politieke ethiek voor een humane gemeenschap beschouwd worden. De afzonderlijke mensenrechten zijn operationaliseringen van die basisidee.
De term 'pop-up' kende ik tot voor kort alleen in de vorm van een luxe verjaardagskaart. In 1990 schat ik, kreeg ik zo'n feestelijke kaart toegestuurd. Wanneer je deze openklapte sprong er een showbizzdame uit een glanzende kartonnen taart tevoorschijn. Het was een blonde Dolly met zwarte hogehoed en handschoenen tot aan haar ellebogen, omhuld met roze guirlandes.
Verder strijdt iedereen dagelijks nog tegen die hinderlijke pop-ups op je pc scherm. Die worden zo snel mogelijk weggeklikt.
De identiteit van het openbaar onderwijs kenmerkt zich door uitgangspunten als algemene toegankelijkheid en actieve pluriformiteit. Bij VOS/ABB, de vereniging van openbare en algemeen toegankelijke scholen, merken we dat openbare scholen zoeken naar een kader om actief vorm te geven aan de identiteit van het openbaar onderwijs. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de kinder- en mensenrechten en de uitgangspunten van het openbaar onderwijs op inhoudelijk vlak. De historische relatie blijft in dit artikel buiten beschouwing. Ook wordt beschreven hoe het gedachtegoed van kinder- en mensenrechten kan bijdragen aan het ontwikkelen, het expliciteren en het in een breder kader plaatsen van de formele identiteit van het openbaar onderwijs. Tevens wordt een aantal voorbeelden gegeven hoe het gedachtegoed van de kinder- en mensenrechten openbare scholen kan helpen bij een vertaling van de formele identiteit naar de onderwijspraktijk.
Dear Dr Carol Ryff,
It is a great honor for me to explain to you and everybody present at this solemn occasion why the University of Humanistic Studies has decided to bestow an honorary doctorate upon you.
Let me start by saying that I take it for granted that everybody accepts that your scientific and scholarly work is of the highest quality. Your own review article Psychological Well-Being Revisited (just published online) supplies sufficient evidence for this and for the wide impact of your work since 1989. Scientific quality is a conditio sine qua non for an honorary degree. The University of Humanistic Studies, however, has more specific reasons for conferring it on you.
De inhoud van educatie wordt bepaald op het niveau van het onderwijsbeleid, de educatieve instelling en in het klaslokaal zelf. Op deze inhoud zijn de visies van betrokkenen van grote invloed. Landen, scholen, organisaties en educatieve professionals ontwikkelen vanuit hun eigen pedagogische visie onderwijs. Deze visies staan onder invloed van ideologieën die uitgesproken ideeën hebben over onderwijs.
De onderwijssocioloog Joel Spring (2014) heeft veel analyses gemaakt van onderwijsontwikkelingen in landen en de rol van ideologieën daarin. Volgens Spring zijn er wat betreft onderwijs drie grote ideologieën die van invloed zijn op nationaal onderwijsbeleid maar ook op het denken van organisaties en professionals. Spring beschrijft deze ideologieën als volgt:
Mensenrechten gelden voor iedereen in Nederland. Maar om er een beroep op te doen, moet je ze wel kennen en de betekenis ervan begrijpen. In deze bijdrage pleit ik voor een meer structurele plaats voor mensenrechten op school. Meer structureel omdat blijkt dat leerlingen nu weinig kennis hebben over kinder- en mensenrechten. Wel zijn ze gedurende hun schoolloopbaan bezig met de ontwikkeling van hun normen en waarden en hun kijk op en participatie aan de samenleving. Mensenrechten kunnen daarbij houvast bieden, als vastgelegde, voor iedereen geldende afspraken. Meer kennis van mensenrechten komt ook de acceptatie en naleving van mensenrechten ten goede. Ook kan het verrijkend zijn voor het pedagogisch klimaat op school en in de klas.
De steun van sociale netwerken biedt een beschermende werking voor mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Maar hoe vanzelfsprekend is het voor naasten en betrokkenen om steun te bieden? Het eigen levensproject en de zorgen voor een hulpbehoevende naaste laten zich niet zomaar verenigen. Aan de hand van een casus illustreren we de morele ambivalenties die mensen kunnen ervaren als ze vorm proberen te geven aan hun betrokkenheid. Deze casus komt uit een onderzoeksproject over het inzetten van Eigen Kracht-conferenties om vrijheidsbeperkende maatregelen in de psychiatrie terug te dringen.Aan de hand van de casus wordt gekeken wat theoretische begrippen als communities of choice, fate en personal communities kunnen betekenen bij het duiden van tegenstrijdige eisen aan burgers en bij het begrijpen van de wijze waarop ze hun betrokkenheid bij een naaste met langdurige psychiatrische problemen vormgeven.
Onlangs las ik in een krantenbericht 'dat de klassieke bankoverval in Nederland in onbruik is geraakt'. Een bericht in een ijle wolk van nostalgie. Zoals anachronistische boeven - de Zware Jongens, Bul Super & Hiep Hie-per, de Daltons - ook een zekere vertedering oproepen. Ze zijn bijna aaibaar omdat ze van gisteren zijn. En geen desperado's die de loop van hun doorgeladen Kalasjnikov tegen de slaap van een doodsbange bankemployé drukten.
Ik moest daarbij denken aan 'de menselijke maat'.
Evaluatie als een modern monster
'It is as if there is no limit to the feedback loops, as if one can look into a mirror that reflects itself in yet another mirror, as if the insatiable evaluation monster demands more and more food every day (Dahler-Larsen, 2012)
De waardering van zorgprakijken krijgt steeds meer een formeel karakter. Waar intuïtieve oordelen over kwaliteit vroeger voldeden, vereisen transparantie en toezicht dat evaluatie middels wetenschappelijke technieken plaatsvindt. Op organisatie- en beleidsniveau zijn budgetten gekoppeld aan resultaten uit monitoring en evaluatie, en welzijns- en zorgorganisaties moeten zich in toenemende mate op dergelijke wijze legitimeren en verantwoorden over hun handelen. Deze 'verzakelijking' en 'afrekencultuur' is doorgedrongen tot in de leefwereld. Je kunt je nergens begeven - een ziekenhuis of sollicitatie - of je moet evalueren of je wordt geëvalueerd. We zijn verworden tot een 'evaluatiesamenleving' waarin evaluatie als een 'onverzadigbaar monster' tekeer gaat (Dahler-Larsen, 2012).
Stel je voor: je wordt opgesloten op een woonafdeling met elf mensen die je totaal niet kent. Hoelang je er zult verblijven is onduidelijk en er zijn de nodige regels waar je je aan moet houden. Alles wat je zegt en doet wordt genoteerd door mensen die wel weer naar huis gaan elke dag. Je ziet ze achter een groot raam met elkaar praten, heel waarschijnlijk ook over jou, en in de gangen hangen overal camera’s (Big Brother is watching you!).
Sommige van die elf medepatiënten maken je het leven soms behoorlijk zuur; ze zeggen rare dingen tegen je en laten je niet met rust als je even rustig tv zit te kijken. Ze zijn er, dag in, dag uit. Elf mensen met allemaal hun eigen problemen, karakters, normen en waarden en met hun eigen verhaal waarom ze op deze unit zitten.
‘s Avonds gaan de deuren op slot en ben je alleen op een kamer van een paar vierkante meter tot de volgende ochtend de deuren weer open worden gemaakt.
Never before has humanity had such a wealth of material resources and technical and scientific expertise at its disposal. Overall, it has become rich and powerful beyond the imagination of anyone in former centuries. That it is any happier as a result has yet to be proved. Even so, there is no desire to turn back the clock: we are all aware that each new day brings with it ever more opportunities for personal and collective fulfillment. At the same time, it is no longer possible to believe that this accumulation of power can go on forever - in just the same way, according to some unchanging dictate of technical progress - without eventually rebounding on itself and putting humanity's physical and moral survival at risk. With each new day, the signs of potential catastrophe are emerging ever more clearly and worryingly. The only issues in doubt are which threats are the most immediate and which of the urgent problems should take priority. These threats and problems must be constantly borne in mind if we are to give ourselves a real chance of seeing today's promises come to fruition.
De dominantie van neoliberale ideeën in onze moderne cultuur, politiek en economie heeft geleid tot een verwijdering tussen het bedrijfsleven en de samenleving als geheel. Deze verwijdering heeft zulke vormen aangenomen, dat er vaak zelfs sprake is van tegengestelde belangen: wat goed is voor het bedrijfsleven (wat binnen het neoliberale denken op te vatten is als het maximaliseren van korte termijn economische waarden), lijkt veelal niet goed voor de samenleving als geheel (inclusief de natuur). Daarvan zijn voorbeelden te over - van de effecten van belastingontwijking tot ontbossing en van de uitputting van natuurlijk hulpbronnen tot het zodanig uitbuiten van werknemers dat men kan spreken van moderne slavernij. Veruit de meeste productiemethoden en consumptiepatronen staan tot op de dag van vandaag ontegenzeggelijk haaks op duurzame ontwikkeling. De co-existentie van bedrijven en de samenlevingen waarin zij opereren, wat ik zie als een interpretatie van het streven van het Convivialistisch Manifest, staat derhalve onder druk