Waardenwerk, de titel van het tijdschrift en het werk zelf, is een gouden greep. Het brengt twee ogenschijnlijk verschillende activiteiten bij elkaar, en het prikkelt tot een heroverweging van deze twee. Zag je voorheen werk niet in eerste instantie als een economische activiteit, gericht op het verkrijgen van een salaris, die je vaste voet geeft in de samenleving, een bestaansbasis? En zijn waarden niet de lange termijn zweverige idealen die je misschien nooit of slechts half en half zal realiseren? De combinatie brengt beide activiteiten in een totaal andere betekenis- en activiteiten circuit: werk wordt waardevol en waarden zijn niet luchtbellen maar activiteiten waarmee wordt geëxperimenteerd, meegeleefd, meegewerkt. De terminologie die daarbij hoort is dan ‘werk dat deugt en deugd doet’. Ook deze laatste uitdrukking is een gouden vondst, omdat het aangeeft dat het werk niet alleen waardevol moet zijn, maar ook voldoening moet geven. Het begrip ‘normatieve professionalisering’ sluit hierbij aan. Deze vorm van professionalisering heeft allerlei verschijningsvormen, zoals muzische, ecologische en literaire professionalisering.