De oeroude dans tussen mens en techniek is een dans op leven en (brein)dood, leidt tot ontzieling als wij haar niet tijdig hernemen.
In zijn boek Recursivity and Contingency (2019) vergelijkt de uit Hong Kong af komstige filosoof Yuk Hui het menselijke denken met kunstmatige intelligentie en komt in zijn historische onderzoek tot een interessante conclusie. Wat redelijk, logischerwijze denken betreft verschillen mens en machine volgens hem al sinds heel lang niet meer. We moeten volgens Yuk Hui gezien de huidige cybernetische ontwikkelingen terdege rekening houden met inktzwarte toekomstbeelden zoals eind vorige eeuw al geschetst door de meest kritische filosoof van die tijd, J.F. Lyotard. Maar volgens hem kan het tij tijdig gekeerd, wanneer we oog hebben voor de potentiële pluriformiteit van techniek.
Yuk Hui’s Recursivity and Contingency is vakwerk in de beste filosofische traditie, en ook nog eens zeer actueel van toepassing op een cluster van grote problemen en uitdagingen van onze tijd. We hebben te maken met schijnbaar onstuitbare en vaak bijna autonome ontwikkelingen van de cybernetica, onder meer in de vormen van A.I. en robotica. Deze ontwikkelingen zijn sturend en leidend in de meeste overheden, bedrijven, nationals en transnationale processen van productie, handel, transport, verkeer, geldstromen en ga zo maar door. Leidraad voor Yuk Hui’s historische reconstructie hiervan is wat hij noemt een organologisch paradigma, waarvan de aanzetten en principes voor het eerst zijn te vinden bij Kant en de Duitse idealistische filosofen, in het begin van de 19e eeuw.
Dit paradigma heeft volgens Yuk Hui in de 19e eeuw en daarna de overhand gekregen op een mechanistisch wereldbeeld. In plaats daarvan kwam een organologische manier van denken, waarmee onwrikbare patronen van oorzaak en gevolg kunnen worden doorbroken, evenals vaststaande hiërarchieën en ordeningen. Met Darwin kwam het inzicht dat ‘organische’ levensvormen altijd in staat zijn geweest zich aan te passen, en dat niet louter ‘mechanisch’ doen, volgens een voorbestemd patroon. Gaandeweg kwam volgens Yuk Hui vanuit de doorbraak uit mechanistisch denken ook de weg vrij voor een organistische technologie. Daarmee is bedoeld dat machines zichzelf net als mensen ook systematisch kunnen bijsturen, re-organiseren en aanpassen1.