Om met een open deur in huis te vallen: Voor een goed begrip van de dingen is het vaak verhelderend om ze in bredere kaders te plaatsen. Op die manier wordt het wijdere landschap zichtbaar waarbinnen bepaalde fenomenen hun plaats hebben en waardoor ze mede bepaald worden, verschijnen ze vanuit die bredere samenhangen in een nieuw licht zoals niet het geval zou zijn wanneer ze louter op zich beschouwd zouden worden. Om een voorbeeld te geven: Zolang de Griekse filosofie als een min of meer geïsoleerd subdomein van de Griekse cultuur beschouwd wordt (wat in de studie en het onderzoek van de wijsgerige traditie veelal gebeurt), zijn de uitspraken van de oude denkers vaak moeilijk te doorgronden. We kunnen dan weinig anders dan ze ter kennis nemen. Worden ze echter geplaatst binnen de context van de Griekse godsdienst- en cultuurgeschiedenis in ruimere zin, dan vallen eensklaps allerlei puzzelstukjes op hun plaats. Dan worden die filosofische opvattingen plaatsbaar binnen een omvangrijke ontwikkeling van het Griekse maatschappelijke en culturele leven dat bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de democratisering van de samenleving en in de cultuuromspannende
beweging ‘van de mythe naar de logos’, zoals Wilhelm Nestle dat in een uitvoerige studie heeft laten zien1. Dan wordt duidelijk dat wat er in de filosofie gebeurt parallellen vertoont met wat in andere domeinen van de Griekse samenleving plaats vindt, zoals in de religie, de politiek, de tragedie, de kunst, de wetenschappen (o.m. wiskunde en geneeskunde), enz. Dan wordt bijvoorbeeld zichtbaar dat Plato die vaak als een ‘on-Griekse’ denker is aangemerkt, als ‘een druppel Oosters bloed in Griekse aderen’, uit onderstromen van het Griekse geestesleven put. Kortom, het is voor het begrip van de Griekse filosofie zeer verhelderend om haar in het bredere verband van het Griekse culturele en maatschappelijke leven te plaatsen.