Op dit moment komen veel jongeren in de knel. Maar steeds blijft de focus liggen op de labiliteit van jongeren en op de wachtlijsten die in de wereld van de (jeugd)zorg ontstaan. Wat als we die focus verleggen, en kijken naar het onderwijs? Als de jongeren massaal ziek en ongelukkig zijn, wat hebben we dan te doen? En wat heeft dat te maken met de opkomst van kunst binnen het onderwijs?
Onlangs sprak ik een vriend van wie de zoon vanwege een burn-out een tijd stopte met de studie. Ik had deze zoon al eerder aan de telefoon gehad. Hij vertelde dat hij op het University College heel wat te verhapstukken kreeg: teksten, films en discussie over oorlog,
klimaatcrisis, vluchtelingen, discriminatie, armoede. En dat hij dat niet goed ‘verteren’ kon. Dat hij had aangegeven dat hij na een heftige film niet meteen in discussie kon, maar dat niemand, ook hijzelf niet helemaal, begreep waarom niet. En dat hij het ook ingewikkeld vond om steeds cijfers te moeten halen en daar hard voor te werken, terwijl hij intussen nog bezig was alle thema’s die op hem af kwamen te verteren. En dat hij zich vaak somber voelde. En dat de psycholoog had gezegd dat hij misschien manisch depressief was.
Lang geleden, toen ik nog studeerde, kwam ik tijdens het schrijven van een paper voor een Amerikaanse universiteit, terecht in moedeloze vertwijfeling. Ik zat vast en kon niet voorof achteruit. In een vlaag van wanhoop stapte ik de spreekkamer binnen van mijn docent. Ik zei: ‘Mister Goodnight, you have to help me, I am angry and desperate’. De docent keek op van zijn werk en zei rustig ‘Aren’t we all?’ Wij moesten beiden lachen, maar in de ruimte was de herkenning van de onmacht duidelijk voelbaar, en ik voelde mij serieus genomen.
Ik leerde op dat moment veel tegelijk, en de docent keek naar mijn vraagstuk en gaf me instrumentarium om mijn in de knel gekomen studie weer vlot te trekken. Hiermee wil ik zeker niet zeggen dat alle psychische problemen met een rake opmerking zijn op te lossen. Maar wel dat heel veel kinderen, jongeren en studenten nodeloos vereenzamen als de problemen die zij ontmoeten niet met herkenning tegemoet worden getreden, maar met angst en zorg.