Hoewel het humanisme als levensbeschouwelijke stroming nauwelijks kan putten uit een eigen traditie in het gebruik van rituelen, maken ook humanistisch geestelijke verzorgers gebruik van rituelen. In dit artikel beschrijf ik twee voorbeelden van hoe ik dat als humanistisch geestelijke verzorger voor defensie en na mijn pensionering als vrijwilliger voor het Nederlandse Veteraneninstituut gedaan heb. Ik ga daarbij in op het doel, mijn overwegingen en het effect. Ook besteed ik aandacht aan een aantal spanningsvelden die bij het ontwikkelen van rituelen een rol spelen. Daarna ga ik in op de vraag over welke competenties de geestelijke verzorger moet beschikken om voor de doelgroep recht te doen aan het ritueel. Tot slot ga ik nog in op de vraag of het ritueel als specialisme voorbehouden is aan de geestelijke verzorger. Met enkele opmerkingen over de toekomst sluit ik af.
Rituelen worden vanuit diverse disciplines bestudeerd. Vanuit historisch en sociologisch perspectief kan men kijken naar veranderingen in de maatschappelijke context en politieke invloeden en verhoudingen. Vanuit psychologisch perspectief kan men onderzoek doen naar trauma, herinnering en coping en de plek van herdenken daarin. Daarnaast kan men met een antropologische, cultuurwetenschappelijke bril kijken naar plaats, inhoud en uitvoering van de rituelen. Dit zijn de invalshoeken die aan de orde komen bij het kijken naar de gebruikte rituelen. Uitleggen wat een ritueel is, is complex, terwijl bij de uitvoering ervan iedereen ‘weet’ dat het een ritueel is (Grimes 2000:28). Er is sprake van een ‘shared understanding of intention and content’ (Alexander 2006:29). Voor wat ik onder een ritueel versta, sluit ik mij aan bij Sjaak Körver. Hij geeft de volgende omschrijving: een ritueel uitvoeren, is een symbolische ruimte creëren waarin aandacht is voor bestaansbehoeften, als troost, hoop, angst en verlangen (Körver 2016). Met deze omschrijving kan het ritueel losgemaakt worden van (een bepaalde) religie en kan ook een humanist er mee uit de voeten. De ruimte, opgeroepen door het ritueel, kan interreligieuze verschillen overstijgen. Door de openheid van metaforische taal en symboliek, die de betekenis niet vastleggen maar zich verschillend laten duiden, kunnen mensen vanuit verschillend levensbeschouwelijk perspectief een ritueel gezamenlijk beleven en kunnen de verschillen overstegen worden.