De Zin van Resonantie voor Ecohumanisme

De Zin van Resonantie voor Ecohumanisme

Productgroep Waardenwerk 2024 96
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Dit artikel kreeg zijn eerste vorm in een engelstalige presentatie die ik gaf aan het Max Weber Kolleg (MWK), 17 april 2023. Het doel was tweeledig: allereerst, een inleiding geven in academische studies over humanisme, zoals het onderzoeksprogramma van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) betracht; tegelijkertijd poogde ik te laten zien hoe het onderzoek van het MWK resoneert met deze humanismestudies. Dit veronderstelde weinig kennis van het humanisme (allerminst in relatie tot de praktijken van geestelijke verzorging), maar oppervlakkige kennis van Resonantie (2019) werd wel verondersteld. Voor degenen die een uitstekende inleiding tot Rosa’s oeuvre nodig hebben, raad ik aan het artikel van Frederic Vandenberghe in een eerdere editie van Waardenwerk (2022) te lezen. In deze bijdrage breid ik de responsieve relationaliteit uit Hartmut Rosa’s Resonantie (2019) uit naar het denken over Ecohumanisme – naar leven als ‘Aardbewoners in het Antropoceen’, in Latouriaans jargon. Ik doe dit (1) door humanisme te conceptualiseren en de ambiguïteiten van ‘zin’ te verkennen, (2) door resonantie te interpreteren in lijn met existentiële-fenomenologie, als een filosofisch antropologisch kader dat deze uitdagingen adresseert, en (3) door te engageren met humanistische zorg voor ‘ecologische rouw’. Dit stelt me in staat de implicaties
voor een eco-humanistisch wereldbeeld te ontwikkelen.

Humanisme en ‘Zin’
Het zou een understatement zijn om te zeggen dat het humanisme een bewogen eeuw achter de rug heeft. Nadat Nietzsche de dood van God af kondigde, volgde Roland Barthes met de dood van de auteur en Claude Lévi-Strauss met de dood van het subject; de necrologie van het humanisme zou snel moeten volgen. Zoals Michel Foucault schreef in Les Mots et les Choses (1966), is het concept van de mens een recente uitvinding die snel zou verdwijnen, als een gezicht in het zand op de vloedlijn van de zee. Het verdwijnen van het centrale referentiepunt is op zichzelf al verontrustend; maar daarnaast richten hedendaagse critici de pijlen tevens op het humanisme zelf, in bijzonder op ‘het humanistische subject’. De bekendste hedendaagse humanismekritiek komt van Rosi Braidotti, die dit humanistische denken karakteriseert als ‘Subjectivity as equated with consciousness, universal rationality, and self-regulating ethical behaviour, whereas Otherness is defined as its negative and specular counterpart’ (Braidotti, 2013, p.15). De universalistische pretentie van deze opvatting van subjectiviteit werd al bekritiseerd door Donna Haraway in haar Cyborg Manifesto (1985), waarin ze de nadruk legt op het geweld dat wordt gepleegd door, in humanisme veronderstelde, conceptuele tegenstellingen als mens/dier en mens/technologie. De kritieken strekken zich uit van de academische wereld tot in de populaire cultuur: Yuval Noah Harari’s identificatie van humanisme met antropocentrisme in Homo Deus (2015) is een van de meest recente en populaire aanklachten tegen humanisme en haar vermeende idolatrie van het individu. Hoewel deze kritieken niet altijd van intellectuele barmhartigheid getuigen, wijzen ze op enkele fundamentele gevaren in het humanistische denken: die van vermeende universaliteit, menselijk exceptionalisme, antropocentrisme, atomair individualisme en de schaduwzijde van eenzijdige rationaliteit. Hoewel het humanisme misschien niet overal inherent blind voor is, lijkt het waarheidsgetrouw om te zeggen dat de humanistische traditie bijziend kan zijn