In het eerste deel van dit drieluik schreef ik dat we niet vaker in de geschiedenis van de mens voor grotere uitdagingen hebben gestaan (de Vrieze 2023). Klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, pandemieën, groeiende economische ongelijkheid, polarisatie en migratie zorgen met allerlei andere factoren tot een polycrisis van ongekende omvang (Homer-Dixon et al. 2022). Maar het zijn vooral onze kinderen en kleinkinderen die zich daartoe zullen moeten verhouden: ‘Confronting our predicament means facing head-on the oft avoided and grim fact that our children and grandchildren, and their descendants down the line, will be dealing with the ramifications of the Anthropocene for decades and centuries to come.’ (Schenck en Churchill, 2021, p.497) Daarna stelde ik de vraag wat ons in het onderwijs te doen staat gegeven deze onzekere en overweldigende toekomst. Wat betekent het voor leraren, schoolleiders, voor het onderwijs aan een nieuwe generatie?
Hoewel ik het niet expliciet maakte, ging ik ervan uit dat de leraar zijn leerlingen dient voor te bereiden op de toekomst. Dit is vaak ook het uitgangspunt van allerlei vormen van duurzaamheidseducatie. Daarbij laat men zich onder meer inspireren door de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. In SDG4.7, een van de subdoelen in het domein Kwaliteitsonderwijs, wordt de ambitie helder onder woorden gebracht: ‘[We willen] tegen 2030 zorgen dat alle leerlingen kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om duurzame ontwikkeling te bevorderen, onder andere via vorming omtrent duurzame ontwikkeling en duurzame levenswijzen, mensenrechten, gendergelijkheid, de bevordering van een cultuur van vrede en geweldloosheid, wereldburgerschap en de waardering van culturele diversiteit en van de bijdrage van de cultuur tot de duurzame ontwikkeling.’ (SDG Nederland 2023) De Whole School Approach voor duurzame ontwikkeling stelt zich tot doel om leraren en hun leerlingen en studenten te helpen ‘om met plezier te bouwen aan een groene, gezonde en gelukkige school op een vitale planeet!’ (Leren voor Morgen 2023) Want we willen graag dat onze kinderen leren leven in verbinding met de aarde, dat ze opgroeien tot verantwoordelijke en verstandige mensen. We denken dat we weten wat goed is voor een nieuwe generatie en hoe we kinderen kunnen voorbereiden op een onzekere toekomst. Maar wat doorgaans Education for Sustainable Development wordt genoemd, lijkt vaak vooral een groene voortzetting te zijn van het bestaande economische systeem, dat uiteindelijk alleen maar zal leiden tot meer ecologische destructie, sociale onrust, ongelijkheid en klimaatverandering (Stein et al. 2022). In het dominante paradigma worden de planetaire grenzen slechts gerespecteerd voor zover zij economische groei niet in de weg staan. Met het leren voor duurzame ontwikkeling blijven volgens Vanessa Machado de Oliveira vier fundamentele ontkenningen (constitutive denials) overeind.