Emoties en Bewustzijn bij Dieren

Emoties en Bewustzijn bij Dieren

Productgroep Waardenwerk 2024 98-99
Jorg Massen | 2024
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Gedurende zijn lange en indrukwekkende loopbaan heeft Frans de Waal gekeken naar het gedrag – en de onderliggende cognitie – van dieren, en dit vooral vanuit een evolutionair perspectief. Hij zag daarbij geen dichotomie tussen mensen en andere dieren, maar plaatste hen allemaal op dezelfde plek, namelijk aan het eind van miljarden jaren van evolutie. Er kunnen natuurlijk verschillen tussen soorten zijn, net zoals er overeenkomsten kunnen zijn. Wanneer overeenkomsten tussen nauw-verwante soorten, zoals bijvoorbeeld mens en chimpansee, worden waargenomen, zo beargumenteerde Frans, dan is de meest waarschijnlijke en simpelste conclusie dat daar ook dezelfde cognitieve mechanismen aan ten grondslag liggen. Waar de behavioristen van de 20e eeuw niet-menselijke dieren nog als ‘simpele input-output zwarte dozen’ zagen, en enige andere verklaring als antropomorfisme wegzette, waarschuwde Frans juist voor de keerzijde van deze filosofie, namelijk het ontkennen van het feit dat verschillende soorten dieren (psychologische) vaardigheden delen door gemeenschappelijke af komst, en dus soms ook met de mens. Hij bedacht daarvoor de term Anthropodenial: het a priori afwijzen van gedeelde kenmerken tussen mensen en andere dieren, waar die in feite wel kunnen bestaan (de Waal 1999). Veel van Frans’ onderzoek betrof onze naaste verwanten, andere primaten.

Maar overeenkomsten kunnen niet alleen ontstaan door gemeenschappelijke voorouders, maar ook door gemeenschappelijke selectiedrukken. Dieren die eenzelfde soort probleem krijgen voorgeschoteld gedurende de evolutie, zouden wel eens met eenzelfde of in ieder geval een  oortgelijke oplossing – adaptatie – kunnen komen. Waar het handig was om te vliegen, hebben zowel vogels, als insecten, en ook zoogdieren (vleermuizen) gedurende de evolutie vleugels ontwikkeld. Ondanks dat de vorm iets verschilt, dienen ze bij al deze taxonomische groepen hetzelfde doel, namelijk vliegen. Dit noemen we convergente evolutie. Dit is niet alleen van toepassing op morfologische kenmerken, maar ook op cognitieve, psychologische en neurologische kenmerken (Fitch et al., 2010). Frans was zich hier ten volste bewust van en heeft naast zijn werk met primaten ook baanbrekend  werk met olifanten (bijv. Plotnick et al., 2011) en prairiewoelmuizen (Burkett et al.,\ 2016) gedaan. In zijn populairwetenschappelijke boeken behandelde hij naast primaten veel andere taxa (zie bijv. De Waal, 2016).