In ons eerdere artikel in dit tijdschrift (2021, nr. 86-87) spraken we over ‘begaanbare routes naar het recht’. Misschien hadden we het toen al moeten hebben over wegen naar rechtvaardige, voor betrokkenen zinnige en aanvaardbare oplossingen. In het in internationale, ook in verdragen, vastgelegde recht op ‘access to justice’ schuilt al de dubbelzinnigheid: aan de ene kant gaat het om een mogelijk beroep op rechtsbijstand en om toegang tot de onaf hankelijke rechter, anderzijds staat ‘justice’ ook voor (ervaren) rechtvaardigheid. Helaas is het niet zo dat een beroep op formele juridische procedures door degenen die daarmee te maken krijgen over de hele linie als adequaat en bevredigend wordt beleefd. Integendeel: vaak is een beroep op een wettelijke route naar het recht moeizaam en reden voor een extra teleurstelling. In dit vervolgartikel stellen we met name de vraag welke rol juristen in het hele palet aan conflictoplossing (kunnen) spelen, waar de tekortkomingen opduiken en wat we daaraan zouden kunnen doen. We proberen dus wat dieper in te gaan op de kwestie welke vorm van professionaliteit nodig is om de meest voorkomende, alledaagse conflicten oplossingsgericht te behandelen. En aan het eind gaan we nog kort in op de vraag welke normatieve kern-noties daarbij richtinggevend moeten zijn.
Er is een befaamde uitspraak van de 19eeeuwse jurist Von Jhering, die luidt: ‘Het doel van het recht is vrede, het middel daartoe is strijd’ (zie: Ippel 2002, p. 3). Maar uit veel berichten en empirisch onderzoek komt naar voren dat wanneer die strijd zich te veel gaat toespitsen op strikt juridische argumentaties of uitloopt op een competitie in juridische vernuftigheid, de netto-effecten voor de rechtzoekenden akelig kunnen zijn: lange duur, escalatie, een moeilijk te doorgronden uitspraak, probleem niet echt opgelost. Uiteraard kan het beroep op de rechter en een volledige rechtsgang noodzakelijk zijn, bij gewichtige of principiële kwesties kan een gezaghebbend rechterlijk oordeel onontkoombaar zijn. Denk aan de doorbraken in de klimaatcrisis door de rechterlijke Urgenda-uitspraken of aan de stikstofuitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State of aan vonnissen in ingewikkelde ernstige strafzaken.