Doet de geschiedenis van de filosofie – of de historische context van het humanisme – er eigenlijk toe? Het lijkt maar al te begrijpelijk om ingewikkelde en ook nog eens mondiale bedreigingen – zoals het klimaatprobleem, de aantasting van biodiversiteit, de confrontatie met massale nieuwe migratiestromen, het recente oplaaien van oorlog in Europa – voorrang te geven. Historische excursies lijken zo op schoolreisjes naar een ver en niet zo relevant pretpark. Iets voor uithoeken van het academische veld, waar zeer geleerde en internationaal bereisde wetenschappers elkaar bezighouden, op kosten van de belastingbetaler. Wij kunnen de geschiedenis vergeten, maar kennelijk vergeet de geschiedenis ons niet. Het is op zijn minst opvallend hoe de geschiedenis ook in recente en actuele politieke debatten doordringt en ze op scherp zet. Hoewel de slavernij officieel al 150 jaar tot het verleden behoort, lijkt pas nu het immense lijden en de systematische vernedering beseft te worden. Er worden nu nog rechtszaken aanhangig gemaakt over wandaden in een koloniale oorlog van driekwart eeuw geleden (de ‘politionele acties’ in Indonesië) of over volledig mislukt humanitair ingrijpen van dertig jaar terug (Srebrenica). In de intellectuele gedachtewisseling over de achtergrond van onze ecologische crisis wordt vaak verwezen naar een ‘ontbrandingspunt’ zo’n tweehonderd jaar geleden. Een breuk die uiteindelijk tot een tomeloze uitbuiting van de natuur leidde. En er wordt (terecht) aan toegevoegd: de wegbereiders van deze omslag zijn (soms goedbedoelende, humanistische) denkers en zelfs: dichters.
In dit artikel vraag ik aandacht voor een aantal denkbeelden van een vrijwel vergeten filosoof, historicus, theoloog en verzamelaar van volkspoëzie Johann Gottfried Herder (1744-1803). Bij een enkeling, die ik de laatste jaren sprak, ging heel in de verte een klok luiden, maar niemand wist te vertellen waar de klepel hing. Dat is wel te begrijpen, want van zijn volumineuze oeuvre (13 delen verzameld werk, 7 delen brieven) is haast niks in het Nederlands vertaald. In zijn eigen tijd (tweede helft van de 18e eeuw) was Herder wel degelijk een beroemdheid, ook internationaal, en in de 19e eeuw ging dat nog lang door. Er wordt wel beweerd dat Hegel ongeveer al zijn fundamentele gedachten aan Herder heeft ontleend, maar dat in te ingewikkeld en onnodig duister Duits heeft neergepend1.