Het ‘Ecohumanisme’ van Alexander von Humboldt

Het ‘Ecohumanisme’ van Alexander von Humboldt

Productgroep Waardenwerk 2024 97
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Het humanisme wordt dikwijls beschreven als een antropocentrische levensbeschouwing, waarin de mens als uniek en verheven boven de natuur wordt bezien. Antropocentrisch denken heeft er mogelijk aan bijgedragen dat de natuur is beschouwd als gebruiksvoorwerp ten behoeve van de mens. Op de website stelt het Humanistisch Verbond echter dat er een nieuw perspectief nodig is; een nieuwe manier van kijken naar de Aarde. Het Humanistisch Verbond noemt dit ecohumanisme, waarin de mens niet boven de natuur wordt geplaatst, maar er onderdeel van is. Dit brengt de verantwoordelijkheid mee om beter voor de natuur te zorgen en haar niet langer als gebruiksvoorwerp te zien.

Alexander von Humboldt is vooral bekend om zijn grote wetenschappelijke ontdekkingen en zijn levenswerk Kosmos. In zijn werk schrijft hij uitvoerig over de samenhang van de natuur. Hij schrijft echter ook over de kwetsbaarheid van de natuur en sprak zijn zorgen uit over de schadelijke invloed van menselijk handelen op de natuur, waarbij hij zich vooral zorgen maakte over uitbuiting van mens en natuur door kolonialisme en kapitalisme. Hij pleitte voor natuurbehoud en nam de perspectieven van lokale bevolking ten aanzien van de natuur en natuurbehoud uiterst serieus.
Met dit artikel wil ik aantonen dat deze minder bekende aspecten van Von Humboldts werk nog steeds maatschappelijk relevant zijn, omdat het niet langer verantwoord is de natuur voornamelijk als gebruiksvoorwerp te beschouwen met het oog op de huidige klimaatcrisis. Daarnaast is dit artikel wetenschappelijk relevant, omdat de aspecten van Von Humboldts werk rondom natuurbehoud minder bekend zijn en mogelijk als inspiratie kunnen dienen voor een nieuw perspectief op de relatie tussen mens en natuur. En daarmee voor het ecohumanisme.

Historische context van Alexander von Humboldt 
Alexander von Humboldt groeide op met het Verlichtingsdenken (Wulf, 2016, pp. 36-38). In deze periode was vooruitgang het devies in het westen. Ideeën over de natuur werden beheerst door het verlangen om natuur te cultiveren en te bedwingen (Wulf, 2016, pp. 87-88). Het beeld dat cultuur en natuur in de Verlichting over het algemeen tegenover elkaar kwamen te staan, waarbij de natuur van ondergeschikt belang werd, wordt gedeeld door Suárez Müller (2022, p.158). Deze natuurvisie werd voortgezet tijdens de industrialisatie van de negentiende eeuw, toen de natuur steeds meer werd beschouwd als gebruiksvoorwerp (Suárez Müller, 2022, p. 154).
Volgens Reill was het Verlichtingsdenken echter minder eenduidig dan vaak wordt verondersteld (Reill, 2008, pp.7-10). Vitalisten, waar Von Humboldt er één van was volgens Reill, zochten naar: ‘(…) de meervoudige interacties tussen de ‘actieve krachten’ van de natuur’ (Reill, 2008, p.7). Ze beschouwden de natuur niet als dode materie en gingen uit van Verwandschaft: een onderlinge verbinding binnen de natuur (Reill, 2008, p. 13). Eibach en Haller stellen dat Wulf (2016) het beeld wil schetsen dat Von Humboldt een brug wilde slaan tussen de natuurwetenschappelijke benadering van het Verlichtingsdenken en de esthetiek van de Romantiek (Eibach & Haller, 2021, p.663). Zij zijn echter van mening dat Von Humboldts interpretatie van de natuur dikwijls verkeerd is begrepen en zijn nadruk ligt op politieke ecologie. Met politieke ecologie wordt bedoeld dat er niet enkel wordt gekeken naar ecologie aan de hand van factoren die bijdragen aan de achteruitgang van het milieu, zoals bevolkingsgroei, uitputting van natuurlijke grondstoffen en vervuiling, maar dat daarbij ook aandacht is voor de machtsstructuren die vorm geven aan deze aantasting van het milieu (Eibach & Haller, 2021, pp. 665-666).
Toch erkennen zij dat Von Humboldts Ansichten der Natur inderdaad een brug probeert te slaan tussen de opkomende ideeën over een ongerepte natuur van de Romantiek en het wetenschappelijke discours (Eibach & Haller, 2021, p. 669). Hierin stond Von Humboldt niet alleen; ook Johann Gottfried Herder (1744- 1803) bewoog zich op dit snijvlak1 Volgens Ippel, in een eerder nummer van Waardenwerk, was Herder: ‘geen romanticus, maar wel een uiterst gevoelige Verlichter’ (Ippel, 2023, p.63). Ippel stelt dat de Jenakring – waartoe ook de broers Von Humboldt behoorden (Wulf, 2016, pp. 47-48) – veel te danken had aan Herder (2023, p.64). Zowel Von Humboldt als Herder zijn interessant als het gaat om het herontdekken van aspecten van de overgangsperiode tussen de Verlichting en de Romantiek als inspiratiebron voor het ecohumanisme.