Het besef dat de klimaatverandering tot grote rampen zal leiden, dat de tijd al heel lang dringt en dat er toch weinig gebeurt, brengt bij velen een schok teweeg. Hoe kun je voorkomen dat je daar gek van wordt? Of voor gek verklaard wordt? Wie is er nu eigenlijk gek of waanzinnig in een wereld die zelf waanzinnig is in haar blinde zelfvernietiging?
Therapie helpt niet
Wouter Kusters zoekt in dit boek naar de positieve en negatieve betekenissen van waanzin. Wat we kunnen leren wanneer we klimaatwaanzin vergelijken met de waanzin op individueel, psychopathologisch niveau? We weten dat op het psychotische pad zich een subliem en tegelijk angstaanjagend moment van schok èn waarheid kan voordoen; een moment dat tegelijk bron van inspiratie, verwondering en verrukking is, maar ook van ontzag, angst en toenemende verwarring. De psychotische persoon wordt geconfronteerd met een afgrondelijkheid van het bestaan.
Kusters schreef hierover in zijn boek Filosofie van de waanzin. Iets vergelijkbaars gebeurt als je de ernst van de klimaatcrisis tot je door laat dringen: het eerdere wereldbeeld stort in en je verliest de grond onder je voeten. Je wordt overvallen door paniek. Je wil alarm slaan, maar je beseft dat anderen dat ook deden en dat er niet naar hen geluisterd werd – ook niet door jou. ’Ik ben bang voor een wereld zonder vlinders maar er is een onthutsend gebrek aan belangstelling voor dit probleem.’
Naar de ggz dan maar? Die wil mensen van hun angsten, depressies of waanzin af helpen ongeacht of deze nu op realiteit – van het klimaat of anderszins – zijn gebaseerd of niet. ‘Alsof het om psychische in plaats van planetaire problemen gaat, alsof hun problemen enkel tussen hun oren zouden zitten. Alsof je psychisch gezond zou kunnen zijn in een zichzelf vernietigende wereld van waanzin.
Van de ggz hoeft dan ook niet al te veel verwacht te worden op dit terrein’ aldus Kusters op p. 336.
Onontkoombaar traumatisch
In zijn inleiding constateert Kusters dat er sprake is van een klimaatcrisis en dat die psychische schokeffecten teweegbrengt. Wat zijn deze eff ecten? Commentatoren stappen maar al te vaak over die vraag heen. Kusters wil juist kijken wat we van deze gevoelens kunnen leren. Zelf beleefde hij in 2014 de klimaatschok en vanaf 2017 heeft hij met tussenpozen aan dit boek gewerkt. Door deze studie kon hij een vorm van blinde paniek en leeg alarmisme omzetten in filosofische paniek en duurzaam alarmisme. Hij spreekt de hoop uit dat dit ook bij de lezer het geval zal zijn.
De beleving van ’oh shit, we are really in trouble’ is onontkoombaar traumatisch; ze verandert het behang van je leven. Kusters: Mijn stelling in dit boek is dat we, om een waarachtig leven te leiden, een dergelijke beleving serieus moeten nemen. We moeten ook zeker de meest venijnige angel bespreken, de dood van alle volkeren en alle toekomsten…