Dit artikel brengt een aantal reflecties samen rond het lichaam in therapie die ik in eerdere publicaties meer uitvoerig uitwerk vanuit psychologische, neurobiologische en filosofische invalshoek (Calsius, 2017b,c; Calsius et al., 2013a,b; 2012; 2011). Voor een gedetailleerde analyse van de specifieke geïntegreerde therapie die verderop aan bod komt, verwijs ik graag naar het recente handboek ‘Werken met een lichaam dat moeilijk doet. Een andere kijk op het psychosomatische lichaam in therapie.’ (Calsius, 2017a). In dit artikel steek ik allereerst in vanuit fenomenologische hoek en vat het therapeutisch proces daarbij op als een proces van toenemende bewustwording (of in ieder geval het potentieel daartoe). Datgene waarvan men zich bewust kan worden behelst de eigen identiteit als ik of ego; anders verwoord, de wijze waarop men in relatie staat tot zichzelf, de ander en de wereld. Meer nog, ik ga ervan uit dat een hulpvraag -en daarmee ook het therapeutisch proces- steeds een existentiële dimensie kent die zich verhoudt tot het ervaren van angst. Dat deze angst op haar beurt betrekking heeft op het ervaren van zichzelf als een ik-identiteit verklaart deels de existentiële lading van het proces en wordt verderop toegelicht.
Nieuwsbrief Waardenwerk Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Waardenwerk Digitaal en blijf op de hoogte!