Het is om verschillende redenen bijzonder uitdagend om op een zogenoemde zwarte school les te geven. Allereerst markeert de kloof tussen witte en zwarte scholen een economische scheidslijn in de samenleving. Leerlingen op zwarte scholen bevinden zich vaak aan de verkeerde kant van de economisch tweedeling en dat brengt zijn eigen uitdagingen, spanningen en problemen met zich mee. Verder ervaren docenten op de zogenoemde zwarte scholen dat er grote culturele en levensbeschouwelijke verschillen zijn tussen henzelf en hun leerlingen. Het lijkt volgens Mergalith Kleijwegt (2016) alsof docenten en leerlingen op zwarte scholen in verschillende werkelijkheden leven.
Dit heb ik aan den lijve ervaren toen ik in het jaar 2002-2003 als geschiedenis- en maatschappijleerdocent lesgaf op het Hervormd Lyceum West in Amsterdam- West. In dit artikel kijk ik terug op dit moeilijke jaar en stel ik de vraag hoe de afstand tussen de docenten en leerlingen op deze school overbrugd kan worden. Mijn stelling is dat er in het multiculturele onderwijs meer recht moet worden gedaan aan de biculturele werkelijkheid waarin deze leerlingen leven. Wat het voor deze leerlingen betekent om in een biculturele werkelijkheid te leven, wordt zichtbaar in de autobiografische roman ‘Ik ga leven’ die zich voor een groot deel afspeelt op de school waarin ik heb lesgegeven. De meerwaarde van deze roman is dat de schijfster hierin de discussie aangaat met de verschillende posities die in het lopende debat over de islam tegenover elkaar staan. Deze discussie moet ook in de klaslokalen gevoerd worden. Mijn artikel eindigt daarom met de oproep dat het onderwijs een actievere rol moet spelen in de emancipatiestrijd waarin Lale Gül en zo veel andere moslims en moslima’s verwikkeld zijn. Hoe kan het literaire waardenwerk van Lale Gül ons inspireren om handen en voeten te geven aan het pedagogische waardenwerk dat op zogenoemde zwarte scholen verricht moet worden?