Op de laatste bladzijde van De Woorden en de dingen, zijn reis naar de bronnen van de menselijke wetenschappen, beweert Foucault het volgende: ‘Zoals de archeologie van ons denken gemakkelijk laat zien, is de mens een uitvinding van recente datum. En een die misschien zijn einde nadert.’1 Zou het dan kunnen dat we het moment beleven dat hij voorspelde, wanneer ‘de mens zou worden uitgewist, als een gezicht getekend in het zand aan de rand van de zee’?2 We zouden in de verleiding kunnen komen om dat te denken, nu profeten in de antropologie en aangrenzende disciplines aankondigen dat de tijd van het niet-menselijke, van het postmenselijke, of van het voorbij-het-menselijke is aangebroken. Sterker nog, als het menselijke er niet meer zou zijn, zou het concept humanisme het verdwijnen van zijn object waarschijnlijk niet overleven. Als parafrase van de provocerende opmerking van Jean-Paul Sartre over de gekoloniseerde en de kolonisator, zouden we kunnen zeggen dat wanneer antropologen en anderen in hun projecten ´de mens’ uitwissen, ze ‘twee vliegen in één klap slaan’: de mens, en wat hem vertegenwoordigt, het humanisme. 3 Zo’n symbolische moord is in feite waar Foucault zelf toe opriep in zijn vroege interventies: ‘De meest belastende erfenis van de negentiende eeuw, waarvan het hoog tijd is om er afstand van te nemen, is het humanisme’, zegt hij in een interview niet lang na de publicatie van zijn essay.4 Ironisch genoeg is deze operatie van intellectuele zuivering misschien al uitgevoerd in het vakgebied waar het humanisme werd geboren. Opvallend genoeg bevat de Franse Dictionnaire d’éthique et de philosophie morale geen aparte ingang voor het humanisme. De term wordt slechts genoemd met verwijzing naar de termen ‘Erasmus’, ‘Individu’ en ‘Renaissance’.5 Nog drastischer is dat in de twintig bladzijden tellende index van The Oxford Handbook of Contemporary Philosophy het woord humanisme niet voorkomt, evenmin als de naam Foucault, omdat beide voor de hedendaagse denkers kennelijk minder relevant zijn dan ‘zombies’ en ‘Einstein’. De redacteuren van het boek erkennen evenwel dat ze hun lezers specifiek ‘een gevoel van de reikwijdte en opwinding van de hedendaagse analytische filosofie’ willen geven.