Er bestaat een op het eerste gezicht oppervlakkige analogie tussen tijd en waanzin die de naam draagt van Sint Augustinus – de kerkvader, theoloog en filosoof uit de vierde eeuw na Christus. Als deze zich in zijn Bekentenissen over de vraag buigt, wat tijd is, merkt hij op dat ‘wanneer maar niemand het me vraagt, ik het weet; maar wanneer iemand me vraagt het uit te leggen, ik het niet weet.’ Vervangen we in Augustinus’ vraag nu ‘tijd’ door ‘waanzin’, dan kan ons niet ontgaan dat de erop volgende verzuchting niets aan waarheid inboet. Tijd en waanzin zijn beide grensfenomenen die zich beide wezenlijk tegen al onze pogingen verzetten om ze in begrippen te vangen. De grens waarvan? Die van het discursieve denken en kennen, van de rede zelf. Dat maakt waanzin tot een probleem van de rede: een filosofisch probleem.
Nieuwsbrief Waardenwerk Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Waardenwerk Digitaal en blijf op de hoogte!