In de jaren '90 heeft Martha Nussbaum in samenwerking met anderen een lijst van menselijke ontwikkelingsmogelijkheden opgesteld en verdedigd die de noodzakelijke voorwaarden voor menselijke ontplooiing omvat. Deze zeer invloedrijke capabilities benadering heeft ervoor gezorgd dat kwesties van mondiale ontwikkeling en rechtvaardigheid, vooral rechtvaardigheid voor vrouwen, op de filosofische en politieke agenda zijn gezet. Bovendien maken veel internationale NGO's en instituties, inclusief het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, inmiddels gebruik van deze benadering. Ondanks alle onmiskenbaar goede bedoelingen die eraan ten grondslag liggen verdient deze benadering een kritischere filosofische blik dan tot nu toe het geval is geweest. In mijn essay zal ik ingaan op enkele fundamentele problemen met Nussbaums filosofische kader. Ik zal laten zien dat Nussbaums opvatting van de menselijke natuur nog steeds (impliciet) cartesiaans is, en meer in het bijzonder, dat haar opvatting van de rede achterhaald is. Dit roept vragen op met betrekking tot de kwestie van universele waarden, waarvan Nussbaum de mogelijkheid verdedigt door te verwijzen naar het vermogen van de rede.
Nieuwsbrief Waardenwerk Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Waardenwerk Digitaal en blijf op de hoogte!