Half maart 2020 kreeg Nederland te maken met een oncontroleerbare verspreiding van het Covid-19-virus. IC-afdelingen dreigden vol te lopen. De overheid nam restrictieve maatregelen bij verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen. Zo ook bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag in Groningen (hierna kortweg aangeduid met ‘de Mesdag’), een instelling voor circa 260 patiënten aan wie tbs met dwangverpleging is opgelegd. Op last van het Ministerie van Justitie moest de Mesdag alle verloven en bezoekregelingen i trekken. Afgezien van het personeel mocht niemand de kliniek meer in of uit. Behandelingen werden stilgelegd, luchten was niet meer mogelijk en ook dagbesteding kwam te vervallen. Patiënten die begeleid woonden buiten de muren van de Mesdag werden van de een op de andere dag naar binnen gehaald. Er werd een ‘bubblesysteem’ ingevoerd, waarbij de unit van de patiënt als ‘gezin’ werd bestempeld waarbinnen de patiënt zich vrij kan bewegen zonder afstand te bewaren en mondkapjes te dragen en de unit- en behandelcoördinatoren ‘papa’ en ‘mama’ waren. Net als bij een gezin buiten de Mesdag, ging de gehele unit in quarantaine wanneer één patiënt besmet was, of in contact was geweest met een besmette medewerker. Personeel werd exclusief aan die bubbel toegevoegd, om kruisbesmettingen te voorkomen. De radicale vrijheids- en bezoekbeperking riep bij de behandelaren sterke gevoelens van boosheid en verontwaardiging op. De zorg voor de patiënt werd ondergeschikt gemaakt aan gezondheidspreventie.