Ongebreidelde zorg

Ongebreidelde zorg

Productgroep Waardenwerk 2017-68
F. Vosman | 2017
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

In dit essay ga ik in op enkele vooronderstellingen die Huber en Garssen gebruiken in hun pleidooi voor 'positieve gezondheid'. Ik beperk mij tot hun essay Relaties tussen zingeving, gezondheid en welbevinden in het ZON-MW-signalement Zingeving in zorg (2016).1 Hun artikel staat in het themagedeelte ZON-MW van dit nummer van Waardenwerk. Ik laat hier dus andere publicaties van de auteurs buiten beschouwing en ook andere bijdragen aan genoemd Signalement. Ik denk dat het artikel van Huber en Garssen ongetwijfeld met zeer goede bedoelingen is geschreven. Huber heeft sinds haar proefschrift verscheen2 een ware zegetocht gemaakt met haar idee van positieve gezondheid. Op tal van plaatsen in Nederland worden haar ideeën omarmd. We herkennen de opluchting waarvan de twee auteurs melding maken: zorgverleners die blij zijn dat het over zingeving mag gaan. Tegelijk ben ik uiterst kritisch gestemd over de idee van positieve gezondheid en ik geef daar argumenten voor, voor zover dat in dit beperkt bestek kan. Ik doe dat op essayistische wijze (en hanteer dus de zelfde literaire vorm als Huber en Garssen gebruikten) vanuit de discipline zorgethiek, opgevat als een vorm van politieke ethiek.