Over de Sferen van Resonantie

Over de Sferen van Resonantie

Productgroep Waardenwerk 2024 97
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

In het vorige nummer van Waardenwerk verscheen onder de titel ‘Resonantie als Verheffing’ mijn commentaar op het resonantiebegrip van de op het moment meest gevierde vertegenwoordiger van de Kritische Theorie, Hartmut Rosa. Mijn fundamentele kritiek betrof het feit dat Rosa niet doordringt tot de kern van het fenomeen van sociale resonantie, omdat hij niet voldoende articuleert dat resonantie altijd af hankelijk is van het ervaren van een hogere waarde, en dat met resonantie ook een ervaring van verheffing gepaard gaat. Tevens is het moeilijk voor te stellen dat het concept ‘resonantie’ als criterium kan fungeren voor een Kritische Theorie als er niet ook een waardenleer aan gekoppeld wordt die zou kunnen bepalen welke vormen van resonantie terecht een claim op waarheid en op verheffing kunnen maken. Alleen zo kan men het Goebbels-argument tegen de theorie van resonantie pareren.

Rosa laat het begrip ‘resonantie’ als bouwsteen voor een kritische sociologie helaas vrij onuitgewerkt. Anders dan bijvoorbeeld Habermas, wiens concept ‘wederzijds begrip’ (Verständigung) als een kernelement voor de stabiliteit van samenlevingen wordt beschouwd, articuleert Rosa niet duidelijk hoe resonantie het laatste fundament kan zijn dat de samenleving bijeenhoudt. Daartegenover biedt ‘resonantie’ bij Rosa wel veel meer mogelijkheden dan de term van Habermas om een brug te slaan naar ecologisch en ontologisch denken. Rosa probeert weliswaar anti-essentialistisch en niet-metafysisch te denken, maar uit alle poriën van het resonantiebegrip manifesteert zich de romantische drang, zoals we dadelijk zullen zien, naar een natuurfilosofie die wortelt in een substantiële ontologie.

Alles wijst erop dat Rosa in zijn laatste teksten de richting van een diepere filosofische fundering inslaat. Maar belangrijke tekortkomingen blijven tot nu toe voortbestaan. Vooral zijn theorie van de sferen van resonantie zou consequenter moeten worden uitgewerkt.
Dat wil ik in dit artikel duidelijk maken Dit zou mogelijk zijn geweest als die theorie uit was gegaan van een objectief-idealistische filosofie, die de verschillende sferen van resonantie zelf als uitdrukking beschouwt van een verheffingsproces dat, zoals ik hierbeneden uitwerk, voortgestuwd wordt door een dialectische methode.

In de tekst die hier nu volgt, probeer ik duidelijk te maken dat Rosa’s sferen van resonantie een ontologische interpretatie behoeven en zodanig kunnen worden begrepen dat ze dialectisch in elkaar over gaan. Dit biedt een belangrijke correctie op Rosa’s sferenbegrip, die deze theorie mijns inziens ook filosofisch veel sterker maakt.

Nadat ik ‘Resonantie als Verheffi ng’, de inherente kenmerken van resonantie heb geanalyseerd, kan ik nu overgaan tot het bespreken van de domeinen of zogenaamde ‘sferen’ van resonantie. Rosa probeert deze sferen te illustreren door ze te onderscheiden aan de hand van verschillende ‘assen’ van resonantie. Ook al noemt Rosa deze sferen ‘horizontaal’, ‘diagonaal’ en ‘verticaal’, toch wil hij met zijn indeling niet impliceren dat er sprake zou zijn van een gestratifi ceerde ontologie met een hiërarchische structuur. Het is zijn bedoeling om een typologie van resonanties te presenteren die op een nogal losse manier georiënteerd is op de subjectieve, sociale en objectieve wereld. Overigens beweert Rosa dat deze driedeling van Karl Popper (1978), en ook later overgenomen door Jürgen Habermas (1984), niet volledig past bij het doel van zijn theorie, omdat volgens hem in alle sferen van resonantie aspecten van al deze drie werelden betrokken zijn (2016: 339). De horizontale sfeer, zo stelt hij, gaat desalniettemin vooral over sociale relaties, de diagonale sfeer heeft betrekking op dingen, en de verticale sfeer op ‘grotere’ culturele ideeën of percepties aangaande religie, natuur, kunst en geschiedenis, zoals die vorm aannemen in ons innerlijk en in de culturele verbeelding (297). Ook al is het waarschijnlijk onbedoeld, Rosa’s driedeling van sferen lijkt een samensmelting te zijn van de driewereldtheorie van Popper met de drie domeinen van Hegels (1984[1804]) absolute geest, die tevens een waardenhiërarchie behelst. De diagonale sfeer heeft inderdaad betrekking op de dingen in de materiële wereld om ons heen (de objectieve wereld), en de horizontale sfeer verwijst naar sociale relaties met personen en, in een minder antropocentrische lezing, mogelijk zelfs naar onze relaties met dieren (de sociale wereld). Maar de persoonlijke sfeer – Poppers subjectieve wereld – lijkt bij Rosa samen te smelten met de overkoepelende ‘ideeën’ van Hegels absolute geest: kunst, religie en filosofie, want Rosa interpreteert die immers als producten van de subjectieve geest. Het is pas op dit niveau dat we bij Rosa de sterke evaluaties of hogere waarden vinden die de mensheid een oriëntatie geven.