In participatieve onderzoeksbenaderingen worden burgers, gebruikers, zorgvragers, belanghebbenden, kortom: de mensen om wie het gaat in het onderzoek, actief betrokken door de onderzoekers. Samen wordt gewerkt aan het ontwikkelen van kennis voor het verbeteren van de praktijk en sociale verandering. In dit themadeel gaat een aantal auteurs in op de morele complexiteit van deze onderzoekspraktijken waarin in co-creatie kennis wordt ontwikkeld. In een participatieve benaderingis het niet de alwetende expert of de onderzoeker die als onpartijdige buitenstaander kennis produceert, maar de onderzoeker is zelf persoonlijk betrokken, de eigen ervaringen zijn juist ook een bron van kennis. Abma verbindt deze vorm van onderzoek met waardenwerk: ‘Waardenwerk verwijst naar de moeite die we ons moeten getroosten om zinvol en moreel goed participatief onderzoek te doen. Het omvat de inspanning om ethisch opvallende aspecten van situaties te zien, zichzelf te ontwikkelen als een reflexieve onderzoeker, aandacht te schenken aan emoties en relaties, en samen te werken en reflecteren in het gezelschap van kritische vrienden.’ Met dit artikel beoogt ze dan ook een impuls te geven aan dergelijke gezelschappen van onderzoekers en andere belanghebbenden gericht op goed participatief onderzoek. Wat ‘gezellen’ kunnen betekenen, laten Gustaaf Bos en Susan Woelders zien in hun artikel. In de vorm van een dialoog verkennen zij vragen die hen raken naar aanleiding van hun betrokkenheid en verwikkeling in de participatieve onderzoekspraktijk. Daarbij bouwen zij voort op de vragen naar kennisontwikkeling, zoals geformuleerd door Abma. Specifiek richten zij zich op de rol van verbaliteit en cognitie in onderzoek met mensen met een verstandelijke beperking of afasie, die niet (voor zichzelf ) kunnen spreken. Bos en Woelders verkennen met elkaar de grenzen van academische kennisproductie en stellen het belang van het non-verbale en emoties. Zij verkennen ‘waar dit schuurt met de academische context waarin juist gedachten- en woordenuitwisseling centraal staan in het verwerven van kennis’. Gaby Jacobs verkent vervolgens contact en resonantie in de relatie tussen de betrokkenen in een participatief actieonderzoek met geestelijk verzorgers. Bij contact maken en resonantie gaat het, heel kort gezegd, om een dynamisch proces van aanraken en geraakt worden. ‘Juist door die dubbele beweging – het opzoeken van de ander of de omgeving en het ervaren van de grenzen van het zelf en de omgeving – is het mogelijk om te leren over zichzelf in relatie tot de wereld.