Het artikel van Anja Visser dat hierna volgt, is geschreven in reactie op een artikel van Brecht Molenaar. Dat verscheen in het vorige nummer van Waardenwerk (nummer 96 van mei 2024) onder de titel Het zinloze van effectmetingen bij aandacht voor zin- en betekenisgeving. Molenaar schreef haar tekst naar aanleiding van een door ZonMw georganiseerd debat over de vraag of en, zo ja, hoe er met behulp van onderzoek kan worden aangetoond dat aandacht voor zingeving en het bieden van geestelijke verzorging waardevol is. In haar artikel signaleert zij dat er binnen prominente partijen zoals ZonMw, VWS en de beroepsvereniging van geestelijk verzorgers (VGVZ) een discours is gaan heersen dat ze benoemt als ‘het zingevingsdiscours’. Dit discours heeft zingeving als centraal begrip en aan de basis ervan ligt de aanname dat het bieden van aandacht voor zingeving, door hetzij geestelijk verzorgers hetzij andere zorgverleners, het effect beoogt van een betere kwaliteit van leven voor de ontvangers van zulke aandacht. Molenaar toont begrip voor het ontstaan van dit zingevingsdiscours (meedenken), ze trekt de vanzelfsprekendheid van de basale aanname in twijfel (tegendenken) en ze bepleit een alternatieve benadering (omdenken).
Anja Visser was één van de sprekers tijdens het genoemde debat. Zij heeft zich bereid getoond om te reageren op de gedachtegang van Brecht Molenaar.
Tot mijn verrassing en plezier ontving ik een uitnodiging om te reageren op het betoog van Brecht Molenaar naar aanleiding van het debat over effectmeting in geestelijke verzorging (GV) en zorg voor zingeving, georganiseerd door ZonMw op 10 oktober 2023. In deze reactie ga ik vooral in op hoe een effectonderzoek eruit kan zien en op welk terrein dan zou moeten worden gezocht naar een effect.
Inleiding
Brecht Molenaar reageert in Waardenwerk op het debat dat ZonMw organiseerde over de vraag: ‘Is het zinvol om effecten van geestelijke verzorging en aandacht voor zingeving te meten?’. Zoals Molenaar ook aangeeft was van debat eigenlijk geen sprake, het was meer een reeks presentaties, maar dat terzijde. Molenaar maakt een onderscheid tussen twee soorten aandacht: enerzijds persoonsgerichte aandacht door alle zorgverleners en anderzijds aandacht voor betekenis- en zingeving door, in het bijzonder, GVers. Ze concludeert na een analyse van onderzoeksmethoden, ethiek en semantiek dat kwalitatief onderzoek naar zorgpraktijken al voldoende heeft aangetoond dat het geven van persoonsgerichte aandacht noodzakelijk is en dat onderzoek naar de waarde van aandacht voor betekenis- en zingeving onnodig is aangezien de beschikbaarheid van zulke aandacht voortvloeit uit artikel 6 in de Grondwet.
Ik wil op drie aspecten in het betoog reageren: 1. Een misrepresentatie van wat ik bij het debat heb gepresenteerd, 2. Een misverstand over wat experimenteel onderzoek naar zingeving kan zijn, 3. De aanname dat effectonderzoek naar zingeving enkel over haar effect op kwaliteit van leven zou (moeten) gaan.