Vragen aan Bart van Rosmalen

Vragen aan Bart van Rosmalen

Productgroep Waardenwerk 2016-64
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Vragen aan Bart van Rosmalen

Vraag van Heleen Pott aan Bart van Rosmalen

Geachte promovendus,
Het eerste hoofdstuk van uw proefschrift gaat over Tegenkracht - dat is de titel en het is meteen ook de inzet van uw dissertatie: U wilt laten zien hoe de tegenkracht van professionals in allerlei organisaties bevorderd kan worden zegt u in hoofdstuk 1, namelijk door de muzische aspecten van hun handelen te versterken.
Die professionals - in de zorg, in het onderwijs, in de financiële sector - worden geconfronteerd met allerlei vragen zoals: 'Komt het nog goed met de crisis? Blijft de zorg wel op peil? Besteedt het onderwijs wel voldoende aandacht aan de human values?' (hoofdstuk 1, sectie 1) - en u helpt ze om in die confrontatie ruimte te scheppen en vorm te geven aan tegenkracht, zegt u een paar keer.
Ik heb een probleem met de inhoud van dat begrip 'tegenkracht'. Het is duidelijk een key word, het wordt op bijna elke pagina wel een keer genoemd, maar ook na zorgvuldige bestudering van uw proefschrift weet ik eigenlijk nog steeds niet wat ik me concreet bij die 'tegenkracht' voor moet stellen. Waartegen wordt die kracht uitgeoefend? En waartoe, met welk doel?
Aanvankelijk, in de eerste hoofdstukken, leek alles er op te wijzen dat het begrip zijn inhoud primair ontleent aan de context van het werk van Alasdair MacIntyre - vooral diens After Virtue uit 1984, dat de leidraad vormt van uw onderzoek (hoofdstuk 1, sectie 2).]

MacIntyre heeft met een achteraf gezien feilloos scherpe blik al in de jaren 80 van de vorige eeuw het conflict voorspeld waar veel professionals momenteel middenin zitten: het conflict tussen enerzijds hun intrinsieke motivatie voor de praktijk van hun werk en anderzijds de externe criteria van rendement, output, status, zichtbaarheid, naamsbekendheid, efficiency, winstmaximalisatie, etcetera, opgelegd door de bureaucratische instituties waarbinnen ze werkzaam zijn.
In die spanning is volgens MacIntyre de gemeenschappelijkheid, de dimensie van de publieke waarden, verloren gegaan; narcisme komt in de plaats van commitment, subjectieve emoties en persoonlijke expressies komen in de plaats van morele argumenten; de manager, de therapeut en de estheet worden de nieuwe culturele iconen.